Een belangrijke vaardigheid is het vergelijken van hoeveelheden. Makkelijk uitgedrukt: als er twee of meer getallen zijn, weten welk getal het meest waard is. In het eerste leerjaar maak ik hiervoor dankbaar gebruik van een handpop genaamd 'Krokkie'!
Krokkie is een veelvraat. Als hij kan kiezen tussen verschillende hoeveelheden, kiest hij altijd voor de grootste hoeveelheid. Kijk maar eens voor welke kant met lekkers hij hier zou kiezen...
Drie gebakjes of één gebakje? Krokkie zou het wel weten! Als we dan de bek van Krokkie gaan natekenen, ziet de vergelijking er zo uit:
Zijn bekje hapt naar de drie gebakjes, want drie gebakjes zijn er meer dan één! De honger is gestild en Krokkie is weer een blije krokodil! Maar er is één probleem... Krokkie kan nooit beslissen als hij moet kiezen tussen twee hoeveelheden die evenveel zijn! Dus als hij in deze situatie terechtkomt, weet hij niet wat hij moet doen:
Twee gebakjes of twee gebakjes? Hoe kan je daar nu tussen kiezen? De mond van Krokkie valt ervan open... Als we nu de bek van Krokkie tekenen, ziet de vergelijking er zo uit:
Splitsingen in allerlei vormen
Voor we in de klas met + en - sommen bij een getal starten, oefenen we eerst de splitsingen van dat getal. Het goed kunnen onthouden van de splitsingen maakt dat sommen ook sneller uit het hoofd kunnen gemaakt worden (zonder blokjes).
Splitsingen kunnen in veel verschillende vormen voorkomen in zowel onze werkboek als op een toets. Hier zie je een aantal verschillende voorstellingen van oefeningen. Het antwoord is hier in een rode kleur aangebracht zodat duidelijk is hoe de splitsing werkt.
Dit soort splitsingen kan ook gedraaid voorkomen en dan is de kunst om altijd goed te blijven kijken waar het geheel zich bevindt. Het geheel staat altijd waar de beentjes samenkomen!
Andere varianten op deze standaardmanier van splitsen kan je hieronder bekijken.
In een kolom
Als een splitskaart waarbij de opdracht kan zijn: 'zeg het geheel' of 'teken de splitsing als het geheel 7 is en één deel is 4',...